// https://bit.ly/41qd1Gc Skip to main content

Een groot deel van Nederland is laaggeletterd. Laaggeletterdheid betekent dat je moeite hebt met taalvaardigheden zoals lezen en/of schrijven. Maar liefst 65% van alle Nederlanders behoort tot deze groep. Schrijf daarom B1-teksten, die ook deze groep begrijpt. Zo vergroot je jouw doelgroep.  

Houd het kort

Schrijf korte, bondige zinnen. Beperk die tot maximaal vijftien woorden. Schrijf verder actief en maak je alinea’s niet te lang. Alinea’s van vijftig woorden zijn ruim voldoende. 

Vermijd moeilijke woorden

Gebruik geen synoniemen. Wanneer je in de ene zin het woord ‘voltooien’ gebruikt en in de andere weer ‘afronden’ is dit verwarrend. Probeer ook jargon en beeldspraak te vermijden in je teksten. Woorden zoals ‘obesitas’ zijn te ingewikkeld voor laaggeletterden. Uitdrukkingen als ‘zijn hart openen’ nemen ze vaak te letterlijk. 

Een tip voor jou! 

Kun je niet anders dan moeilijke woorden gebruiken? Voeg dan een begrippenlijst toe. 

Bied structuur

Structureer je teksten in overzichtelijke alinea’s. Dit helpt laaggeletterden om de informatie beter te vinden. Maak ook geen sprongen in de tijd. Dit schept verwarring. Wees ook concreet in je woordkeuze. Gebruik geen woorden zoals ‘de handhaver’ maar eerder ‘de politie’.  

Extra tip! 

Wil jij checken of een woord wel of niet op B1-niveau is? 
Check het op
deze site

Wil je meer weten over B1-schrijven? Wij kunnen je helpen met een training.